Biografie
Niet hijzelf, maar zijn omgeving maakt hem er op jeugdige leeftijd op attent dat hij beslist ‘journalist’ moest worden. Het is op een leeftijd dat hij nog niet weet wat dat woord betekent. Met zijn niet aflatende nieuwsgierigheid, vasthoudendheid en zijn sterkte communicatieve vaardigheden, is de opleiding voor de School voor de Journalistiek de enige logische optie. Martijn Koolhoven studeert aan de School voor de Journalistiek (SvdJ) in Utrecht, een dan nog driejarige HBO-opleiding aan de Ravellaan.
Martijn Koolhoven combineert zijn opleiding met een betaalde baan, in een functie die eveneens dicht tegen de journalistiek ligt. In het kader van een toenmalig ‘werkervaringsproject’ combineert hij de SvdJ met de baan van redacteur op de afdeling Voorlichting van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen in Zoetermeer. Hoewel dit vrijwel een fulltime baan van zes maanden is, weet hij de functie toch te combineren met de opleiding in Utrecht.In die hoedanigheid schrijft hij een half jaar lang o.a voor voorlichtingsuitgaven van het Onderwijs-departement. Hij interviewt in die periode meerdere keren de toenmalige bewindslieden, minister drs. W.J. Deetman (CDA) en staatssecretaris Nel Ginjaar-Maas (VVD). Ook produceert hij o.a. een serie over middelbare scholen voor de toenmalige voorlichtingsbladen ‘Kies!’ voor de laatste klas van het basisonderwijs.
Tijdens zijn opleiding aan de SvdJ volgt Martijn Koolhoven ook nog twee stages. In het eerste jaar een korte stage op de afdeling mediavoorlichting van de NOS. In het tweede jaar een stage van drie maanden op de redactie van Dagblad De Telegraaf. Op het (toenmalige) Marxistische bolwerk de SvdJ is het in die tijd bepaald niet gebruikelijk om stage te gaan lopen bij de ‘rechtse’ Telegraaf. Op de SvdJ ‘bestaat’ De Telegraaf in die tijd niet: niet in de kantine, niet in de bibliotheek, niet in de klas. De enige manier waarop de verslaggeving in De Telegraaf aan bod komt, is met knipsels van de rechtbankverslaggeving, tijdens de vakgroep Recht, gegeven door de latere VARA-directeur Vera Keur, als voorbeeld hoe het ‘niet moet’. Het sterkt Martijn Koolhoven alleen maar in zijn keuze voor De Telegraaf. De hoofdredactie van De Telegraaf reageert destijds verrast op het stage-verzoek vanuit Utrecht. Ze besluit het verzoek te honoreren en plaats twee SvdJ-studenten op haar redactie, behalve Koolhoven nog een bevriende medestudent.
Martijn Koolhoven werkt die drie maanden als verslaggever van het Stan Huygens Journaal, de society rubriek van De Telegraaf. Het eerste artikel dat hij voor deze rubriek schrijft, is een verslag van een diner dat hij op de avond van zijn derde stagedag heeft met Jorge Guillermo in het Golden Tulip Hotel Schiphol. Hij houdt in die periode een dagboek bij, dat resulteert in een vuistdik stageverslag. De drie maanden op het Stan Huygens Journaal omschrijft hij als ‘leerzamer dan drie jaar School voor de Journalistiek’.
Direct na het afsluiten van zijn stage vragen zowel de hoofdredactie van De Telegraaf, als de hoofdredacties van Weekblad Privé en de Courant het Nieuws van de Dag aan Koolhoven om in vaste dienst te komen werken. Martijn Koolhoven besluit echter terug te keren naar de School voor de Journalistiek om de opleiding af te maken. Na het behalen van zijn diploma, mei 1986, solliciteert hij wel naar een baan als verslaggever bij Nieuwsdienst van De Telegraaf. Koolhoven begint als verslaggever op de Nieuwsdienst op 1 juni 1986, dan 19 jaar oud.
De eerste zes jaar van zijn loopbaan specialiseert hij zich in verslaggeving over de sector mobiliteit, verkeer en vervoer. Martijn Koolhoven is in die periode verantwoordelijk voor de verslaggeving in De Telegraaf over o.a. de Nederlandse Spoorwegen, het CBR, de ANWB, de BOVAG, de EVO, NOB Wegtransport, de KNVTO, de ESO (de voorloper van het huidige latere Connexion) en tal van andere organisaties die een rol spelen in de wereld van verkeer en vervoer.
Nieuwsjager Koolhoven sleept de ene na de andere primeur weg bij o.a de NS. De toenmalige reclameslogan van de NS “Waar zouden we zijn zonder de trein?” , verbastert in de gangen op het hoofdkantoor van het nationale spoorbedrijf gekscherend tot “Waar zouden we zijn zonder Martijn?” . Nadat Koolhoven stopt als Telegraaf-verslaggever mobiliteit, publiceert de NS een interview in haar eigen personeelsblad met de voormalige ‘Telegraafluis in de NS-pels’.
Vanaf 1992 richt Koolhoven zijn journalistieke pijlen op de wereld van politie, justitie, inlichtingendiensten en openbare orde en veiligheid. Om zijn netwerk te verbreden en te verdiepen, treedt hij toe tot verschillende internationale publieke en private security-en veiligheidsorganisaties. Zo is Koolhoven in de jaren negentig lid van de internationale security-organisatie ASIS, waarvoor hij vele conferenties in binnen en buitenland bijwoont. Ook is Koolhoven lange tijd aangesloten bij de organisatie Europe2000, een publiek private organisatie met als doel de georganiseerde criminaliteit in Europa te bestrijden. Europe2000, opgericht door het voormalig hoofd van de Nederlandse Marine Inlichtingendienst, legde de kiem voor tal van ontwikkelingen op het gebied van de Europese veiligheid.
Ook is Koolhoven jarenlang lid van de internationale publiekprivate organisatie voor de aanpak van voertuigcriminaliteit, de IAATI. De jaarlijkse conferentie van de Europese afdeling van de IAATI, die ieder jaar in een ander EU-land wordt georganiseerd, woont Koolhoven sinds 1993 ieder jaar bij. Door de vele informele contacten die hij aangaat in de sector waarvoor hij journalistiek verantwoordelijk is bij Dagblad De Telegraaf, lukt het hem een indrukwekkend netwerk op te bouwen, dat zorgt voor een vrijwel continue ‘nieuwsstroom’ naar de kolommen van de krant van Wakker Nederland.
In 1998 ontvangt Martijn Koolhoven voor zijn deskundige berichtgeving in De Telegraaf een prijs van SERN, de stichting van Security Expert Register Nederland. Hij ontvangt de eervolle ‘IDA Award’ uit handen van de SERN-voorzitter.
Vanaf 1992 covert Martijn Koolhoven voor De Telegraaf o.a. de FIOD-zaak rond het concern Van der Valk, de geruchtmakende Epe incestzaak en de roerige IRT-affaire. Die laatste zaak in samenwerking met collega verslaggevers. De Van der Valk-zaak brengt Martijn Koolhoven direct in contact met de bekende horecadynastie en, meer specifiek, met peetvader Gerrit van der Valk en zijn echtgenote Toos. Het is het begin van een jarenlange goede relatie met de familie Van der Valk, die voortduurt tot op de dag van vandaag.
Nadat de FIOD-zaak is afgewikkeld, blijft Koolhoven de horecadynastie volgen en bericht hij in De Telegraaf veelvuldig over de ondernemende horecafamilie. De bijzondere band die zich ontwikkelt tussen Martijn Koolhoven en met name Gerrit van der Valk, wordt geïllustreerd door het feit dat Koolhoven voor De Telegraaf als enige journalist aanwezig is, in Marbella, bij de viering in huiselijke kring van de tachtigste verjaardag van Gerrit van der Valk. Martijn Koolhoven doet er de volgende dag uitgebreid verslag van, exclusief in De Telegraaf.
Maar Koolhoven schuwt niet om ook de minder feestelijke momenten van de Van der Valk-familie breed uit te lichten in De Telegraaf, zoals o.a. de geruchtmakende verdwijning van Van der Valk-telg Corry van der Valk. Hij meldt de verdwijning van de vrouw als eerste op de voorpagina van De Telegraaf. De bijzondere band tussen de familie Van der Valk en Martijn Koolhoven wordt ook geïllustreerd door het verzoek van de familie aan hem, om na het overlijden van Gerrit van der Valk een in memoriam over hem te schrijven voor het eigen Valk Magazine.
In 1997 wordt Martijn Koolhoven door de hoofdredactie van De Telegraaf vrij gemaakt om een eigen, vrije rol, te gaan vervullen binnen de Nieuwsdienst. Het is de start van een periode die zal leiden tot vele geruchtmakende onthullingen in De Telegraaf, spijkerharde primeurs, maar ook gekke, ludieke berichten ‘met een knipoog’. Alle artikelen en berichten van Martijn Koolhoven in De Telegraaf hebben een belangrijk journalistiek doel: om de volgende dag het ‘gesprek van de dag’ te beheersen.
Zo onthult hij het bestaan van de ‘3 procents regeling’ die de belastingdienst sloot met de bewoners van het woonwagenkamp De Vinkenslag nabij Maastricht. De onthullingen, die tot grote politieke commotie aanleiding geven, leiden dankzij bronnen op het ministerie van Financiën, tot een reeks publicaties over de zogenaamde ‘fiscale vrijstaatjes’, plekken in Nederland waar – op dat moment - helemaal geen belasting wordt betaald.
Na 1997 richt Martijn Koolhoven zijn aandacht vooral op het bedrijfsleven en op ondernemers. Hij bericht over schandalen, maar blijft ook oog houden voor de successtory’s. Verslaggever Martijn Koolhoven bericht over grote affaires, maar raakt het ‘kleine nieuws’ niet uit het oog. Zo brengt hij in De Telegraaf als eerste het nieuws over spraakmakende fraudezaken als Palm Invest en Easylife. Koolhoven ontrafelt –deels vanuit Costa Rica- ook het groene investeringsdrama met het bomenfonds Terra Vitalis.
Ook covert hij maandenlang de zaak rond het ineenstorten van het auto-imperium van Frits Kroymans en de nasleep van de geruchtmakende zelfmoord van kroegenkoning Sjoerd Kooistra en het daarna op de fles gaan van zijn horeca-imperium. Ook bericht Koolhoven over de geruchtmakende zaak rond vleeshandelaar en vastgoedmagnaat Eddy de Kroes, naar aanleiding van de onthullingen van toenmalig Quote-reporter Eric Smit.
Martijn Koolhoven bericht tevens veelvuldig over de Utrechtse vastgoedadvocaat Dion Bartels. Koolhoven is o.a. te gast op een etentje, georganiseerd door Bartels, waar toenmalig VVD-politica Rita Verdonk als spreker optreedt. Het verslag van Koolhoven over deze avond, waarin Verdonk kritiek uitte op VVD-voorman Mark Rutte, de volgende dag op de voorpagina van De Telegraaf, leidt diezelfde dag nog tot een breuk tussen fractieleider Mark Rutte en Rita Verdonk. Zij vervolgt dan haar politieke loopbaan met Trots Op Nederland.
Direct na de aanslagen op de WTC-torens, op 9 september 2011, reist Martijn Koolhoven naar New York om daar voor zijn krant verslag te doen vanuit Manhattan, ter ondersteuning van de correspondent van De Telegraaf. Geruime tijd bericht hij vanuit New York dagelijks in De Telegraaf over de gevolgen van de grootste terreuraanslag in de wereldgeschiedenis.
De moord, 6 mei 2002, op politicus Pim Fortuyn zet Martijn Koolhoven een jaar lang op het spoor van diens moordenaar, Volkert van der G. In De Telegraaf brengt Koolhoven de ene na de andere onthulling over de moordenaar van Fortuyn en het klimaat waar Van der G. in heeft kunnen groeien.
Ook onderhoudt Koolhoven voor zijn krant de contacten met de familie Fortuyn. De goede band die Koolhoven krijgt met de broers Marten en Simon Fortuyn brengen hem, exclusief voor De Telegraaf, als enige journalist aan boord van het vliegtuig met de nabestaanden en de kist met daarin Pim Fortuyn, op weg naar zijn laatste rustplaats in Provecano in Italië. Behalve van de begrafenis en herbegrafenis van Pim Fortuyn, doet Koolhoven voor De Telegraaf ook verslag van de verschillende ‘bedevaartsreizen’ die de toenmalige LPF-top onderneemt naar het graf van Fortuyn in Provecano.
De onthulling over een geheim politierapport over mogelijk andere misdrijven waarmee Volkert van der G. in verband zou kunnen worden gebracht, brengt Martijn Koolhoven letterlijk oog in oog met de moordenaar. Van der G. spant een rechtszaak tegen De Telegraaf aan o.a. omdat hij van mening is dat het artikel van Koolhoven hem heeft aangetast in zijn “goede naam en eer”. In de zwaar beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp treft Van der G. de Telegraaf-verslaggever voor het eerst in levende lijve. De rechter stelt de moordenaar overigens deels in het gelijk…
Bij vrijwel alle grote (nationale) rampen van de afgelopen 25 jaar speelt Martijn Koolhoven een prominente rol in de Telegraaf-verslaggeving, meestal in samenwerking met collega Nieuwsdienst-verslaggevers. Zo verslaat Koolhoven voor De Telegraaf o.a.: de vuurwerkramp in Enschede, de Bijlmerramp, de Hercules-ramp bij Eindhoven, de Dakotaramp in de Waddenzee, de Martinair-ramp in het Portugese Faro, de watersnoodramp in Limburg, de vliegramp in Tripoli en verscheidene grote calamiteiten in het buitenland waar Nederlanders bij betrokken zijn.
Ook bericht hij mede over de ontvoeringszaken Gerrit-Jan Heijn, Hansje Boonstra-Raatjes en Claudia Melchers. Meer recent brengt Koolhoven op de voorpagina van De Telegraaf de primeur over de verdwijning van miljonairsdochter Sandra Hazeleger. Kort daarna blijkt de moeder van vier kinderen om het leven te zijn gebracht door haar partner. Martijn Koolhoven schrijft een aantal zeer kritische verhalen over de ontvoerder van Claudia Melchers, die in het VARA-programma ‘ Pauw en Witteman’ de gelegenheid krijgt het boek te promoten, dat hij over de ontvoeringszaak schreef.
Martijn Koolhoven bouwt in de loop der jaren ook een uniek netwerk op in de Nederlandse seksbranche. Al het spraakmakende nieuws uit de branche staat 25 jaar lang als eerste te lezen in De Telegraaf. Van de eerste publicatie over de biografie van Yab Yum-baas Theo Heuft, het spraakmakende nieuws over de eerste Nederlandse ‘ontknaapservice’ van societyservice.com, de opmerkelijke opening van een golfbaan bij ‘mannenclub’ Boccaccio in Laren tot de primeur over de eerste Nederlandse polderporno-zender, Meiden van Holland.
Sterverslaggever Martijn Koolhoven kwam in zijn 25-jarige Telegraaf carrière verschillende keren in aanraking met de raad voor de journalistiek. Een instituut overigens dat niet door De Telegraaf wordt erkend. Martijn Koolhoven heeft een bovengemiddeld hoge journalistieke productie gehaald, vaak op het scherpst van de snede. Topscorer bij de grootste krant van Nederland. Dat heeft hem ook tot topscorer gemaakt bij de raad voor de journalistiek.
Op 1 juni 2011 viert Martijn Koolhoven zijn 25-jarig jubileum in het Amsterdamse restaurant Het Kleine Kalfje.
September 2011 krijgt Koolhoven een meningsverschil met een lid van de hoofdredactie van De Telegraaf. Dit gegeven veroorzaakt een vertrouwensbreuk tussen de hoofdredactie van De Telegraaf en Martijn Koolhoven. De vertrouwensbreuk leidt tot het op non actief stellen van Martijn Koolhoven. Enige tijd daarna besluiten Martijn Koolhoven en de hoofdredactie van De Telegraaf in goed onderling overleg om uit elkaar te gaan.
Sinds 1 oktober 2011 zet Koolhoven zijn 25-jarige journalistieke expertise en scherpe neus voor nieuws in om ondernemingen en ondernemers te adviseren en te begeleiden bij hun mediacommunicatie. Zijn kracht zit 'm vooral in zijn grote creativiteit, zijn grote nieuwsantenne, gecombineerd met zijn grote (media) netwerk. Hierdoor is hij als geen ander in staat ondernemingen en ondernemers in de media te positioneren en te zorgen voor 'rumour about the brand'. En ondernemers letterlijk zichtbaar te maken.
Daarnaast is Koolhoven, met zijn 25 jaar ervaring als 'rampenverslaggever van De Telegraaf', dé expert op het gebied van crisiscommunicatie.
Op 1 juli 2014 richt Martijn Koolhoven het journalistieke communicatiebureau Koolhoven & Partners op. Hij doet dat samen met mijn voormalig Telegraaf-collega Romke Spierdijk en communicatieprofessional Lizette Touber. Het bureau is gevestigd in Amsterdam.
Koolhoven & Partners speelt in op de sterk veranderende nieuwsmarkt. Door dalende advertentie-inkomsten en teruglopende oplages zien steeds meer mediabedrijven zich genoodzaakt om het mes te zetten in het personeelsbestand. Hierdoor komt de nieuwsvoorziening in Nederland steeds meer onder druk te staan. Als antwoord op deze ontwikkeling richt Koolhoven & Partners (‘De nieuwsmakers van Nederland’) zich vrijwel volledig op een sterke nieuwsvoorziening voor mediabedrijven. Koolhoven & Partners is geen pr-bureau in de klassieke zin, maar een journalistiek communicatiebureau dat voor haar klanten journalistieke nieuwsonderwerpen professioneel en actief naar de media brengt.
Het team van Koolhoven & Partners bestaat uit hoog opgeleide specialisten die hun sporen in de journalistiek en pr hebben verdiend. Nieuws stroomt hen als bloed door de aderen. Door hun grote ervaring kunnen ze hun cliënten met grote deskundigheid bijstaan bij hun media-vraagstukken, zowel online als offline. Koolhoven & Partners beschikt over een wijdvertakt netwerk in de Nederlandse media (print, radio, tv, blogs). Koolhoven & Partners combineert de ruime ervaring op gebied van journalistiek en public-relations met de kennis op het gebied van digitale strategie en nieuwe media.